Aconitum napellus L. (blauwe monnikskap)
Is een kruidachtige, overblijvende plant die in juni tot september bloeit. De soort groeit in vochtige, heuvel- achtige streken van Midden-Europa. Komt op het zuidelijke halfrond niet voor, alleen in gebieden waar hommels zijn (die de plant veelvuldig bezoeken). De stengel is tot ongeveer 120cm hoog en draagt veernervige, donker groene bladeren. De gekleurde kelk heeft de vorm van een monnikskap. De blauwe monnikskap is een van de giftigste planten in Europa. Men gebruikt de bladeren (geoogst in juni) en de wortels (geoogst voor het eind van de winter), die gedroogd worden in een droogstoof. Een van de werkzame bestanddelen is het zeer giftige aconitine, dat zeer heftig werkt.

Gebruik in de homeopathie:
Het homeopathische middel Aconitum wordt bereid uit de bloemen, de stengels en de bladeren van de plant als ze op hun hoogtepunt van de bloei zijn. De aanleiding voor het gebruik van het middel is; kouvatten door droge koude wind, angst, schrik, paniek aanval, shock, ongeluk of operaties. Toepassing bij de lichamelijke klachten; verkoudheid, griep, ontstekingen en hoge koorts, benauwdheid, hartklachten, hartkloppingen, shock, stekende of brandende pijn, waterpokken, (vlieg)angst.

*Welk middel het beste is voor de patiënt bepaalt de homeopaat samen met de patiënt. De patiënt vertelt zijn specifieke klachten, de symptomen en daarop wordt het meest passende middel  gegeven.